Het “Retabel van Averbode” keert na 150 jaar uit Antwerpen terug naar zijn oorspronkelijke thuis: de abdij van Averbode.
In 1514 kon de abdij, dankzij de inkomsten van een lekenbroeder-imker een retabel bestellen bij Jacob van Cothem uit de Antwerpse Kammenstraat. Het retabel kreeg een plek op het altaar van de toenmalige abdijkerk.
Het retabel bevond zich in de 17de eeuw in het Refugehuis van de abdij te Diest. In 1873 kocht het Antwerpse Museum voor Oudheden, één van de voorlopers van het MAS, het retabel aan.
Dit retabel kwam op 29 november voor een langdurige bruikleen terug naar de plek waarvoor het is gemaakt: de abdij van Averbode. Het is een “topstuk” van de Vlaamse Gemeenschap. Het Topstukkendecreet (2003) regelt de bescherming van het roerend cultureel erfgoed dat voor de Vlaamse Gemeenschap in Vlaanderen bewaard moet blijven omwille van zijn bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis. Met dat doel wordt een lijst opgesteld van zeldzame en onmisbare cultuurgoederen – de topstukkenlijst – waarop de wet van toepassing is. Enkel de ‘zwaargewichten’, die beantwoorden aan de strenge cumulative selectiecriteria ‘zeldzaam en onmisbaar’, worden op de lijst van dit roerend cultureel erfgoed geplaatst. Dit retabel maakt hier deel van uit.
Met deze langdurige bruikleen realiseert het MAS zijn ambitie om duurzaam met externe partners samen te werken om zo te komen tot gedeelde verhalen. De terugkeer kadert ook in het project “Vlaamse meesters op hun plek” van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen. Dit project wil kunstliefhebbers uit Vlaanderen en ver daarbuiten kennis laten maken met Vlaamse Meesters op hun oorspronkelijke locaties.
Na een inleiding door abt Marc Fierens, een toelichting van Nadia De Vree, persverantwoordelijke van de stad Antwerpen, Peter De Wilde, CEO Toerisme Vlaanderen en Vera De Boeck, coservator van het Mas, werd het retabel tijdens een persconferentie onthuld.